Broeders en zusters
Toen ik in 2004 voor de eerste keer naar Zuid-Afrika vertrok, nam ik de pas verschenen Nieuwe Bijbelvertaling mee. En net zo snel als ik gewend raakte aan de Afrikaanse taal, was ik ook thuis in de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV).
De Bijbel voor de 21e eeuw: die ambitie spreekt uit de titel van de gereviseerde NBV. Een bijbel die huidige en toekomstige generaties weet te raken door een taal die hedendaags is, maar ons tegelijkertijd boven het alledaagse kan uittillen.
Natuurlijk lokt het nieuws over de NBV21 ook discussie uit. Zo gaat dat met bijbelvertalingen. Sommigen menen zelfs dat de NBV21 ‘een stap terug’ zou zijn, een stap in een richting die ze als achterhaald of benauwend ervaren. Ze menen dat de eerbiedshoofdletters Gods mannelijkheid onderstrepen. Matthijs de Jong, leider van het revisietraject, gaat in op deze kritiek.
Achter de kritiek op de hoofdletters gaat een grotere discussie schuil: de discussie over de verhouding tussen de brontekst van de Bijbel in zijn oorspronkelijke culturele setting en onze tijd. Welke rol moet een bijbelvertaling nemen bij die overbrugging, en welke is gereserveerd voor de hermeneutiek: de uitleg en betekenisverlening in een moderne context?
Ik heb grote waardering voor de wereld van feministische theologie en genderstudies, die ik vanuit mijn studie van binnenuit ken. Een wereld van gepassioneerde theologen en wetenschappers, die zich keer op keer inzetten voor gelijkwaardigheid, inclusiviteit en bevrijding. Een wereld die mijn blik verruimd en gescherpt heeft, en die mij bewust gemaakt heeft van de noodzaak om steeds weer aandacht te vragen voor stemmen die ongehoord dreigen te blijven. Voor mij zit daar ook de kern: hoe helpt de Bijbel ons om te dromen van een wereld waarin ieder mens tot haar recht komt, en om ons voor die droom in te zetten?
De Bijbel is een uitdagende gesprekspartner als het gaat om stemmen die ongehoord blijven. Hij is ontstaan in wereld waarin op het gebied van inclusiviteit nog veelal sprake was van ‘onbewust onbekwaam’. God werd als vanzelf gezien, geduid en beschreven als een masculiene godheid. En de bijbelschrijvers dachten er niets kwaads bij toen ze het volk of de gemeente aanduidden met ‘zonen’ of ‘broeders’ – dat hier ook vrouwen mee bedoeld werden, is al in de NBV zichtbaar gemaakt.
Daar staat tegenover dat de auteurs zelf ook de nodige ervaring hadden met marginalisatie en onderdrukking. Op wereldschaal stelden Israël en later de christelijke gemeente niet veel voor. De dreiging van slavernij, ballingschap en een gebrek aan zelfbepaling is dan ook altijd op de achtergrond aanwezig in de bijbelse teksten. Juist daarom ademt de Bijbel op veel vlakken een droom van vrijheid en gelijkwaardigheid, van omzien naar mensen die buiten de boot dreigen te vallen, en van een God die juist voor die mensen opkomt. Machthebbers krijgen te horen dat ze zich niet moeten inbeelden dat zij meer zijn dan anderen (Deuteronomium 17:20). En Jezus houdt ons een wereld voor ogen waar mensen die hongeren en dorsten naar gerechtigheid verzadigd zullen worden.
Er zijn dus goede bijbelse gronden om te reflecteren op het taalgebruik van de Bijbel zelf, en om teksten die de belofte van gerechtigheid en gelijkheid niet waarmaken, kritisch te bevragen. Hoe verhouden deze teksten zich tot andere bijbelteksten, tot de wereld waarin ze geschreven zijn, en tot onze wereld? Hoe verhoud ik mijzelf tot zulke teksten, zulke wereldbeelden? Maar dat moet buiten de bijbelvertaling gebeuren. Want in de vertaling spelen de brontekst en de broncultuur de hoofdrol.
Door HEER in het OT af te drukken in klein-kapitaal maken we het voor iedereen mogelijk in de vertaling te herkennen waar in de brontekst JHWH staat. In een leeswijzer staan alternatieven vermeld. Ja, HEER is traditioneel, maar sluit aan bij het oudtestamentische godsbeeld én bij de oudste teksten waarin Gods naam is vervangen door een andere aanduiding.
Als bijbelgenootschap zien wij onze opdracht niet beperkt tot het vertalen van de Bijbel. We willen ook helpen om de stap van de vertaling naar de eigen tijd te zetten, bijbellezers in de 21e eeuw te ondersteunen in hun zoektocht naar betekenis. En daarbij hoort dat we mensen wijzen op het vreemde, andersoortige van de Bijbel, en om ze inkijkjes te geven in de vreemde, andersoortige wereld waarin die is ontstaan. Om hen te laten reflecteren op wat concepten als ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ eigenlijk betekenen, hier en nu en in diverse bijbelteksten. Om hen uit te wijzen op de veelheid aan woorden en beelden die de Bijbel ons aanreikt voor ons spreken over God. Maar vooral om hun eigen woorden en daden te laten voeden door de bijbelse droom van hoop en bevrijding.
Anne-Mareike Schol-Wetter
Hoofd Bijbelgebruik bij het Nederlands Bijbelgenootschap
Toen ik in 2004 voor de eerste keer naar Zuid-Afrika vertrok, nam ik de pas verschenen Nieuwe Bijbelvertaling mee. En net zo snel als ik gewend raakte aan de Afrikaanse taal, was ik ook thuis in de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV).
Bijbelvertalingen ontwikkelen mee met taal, en met kennis van historische context. Maar wat je niet moet doen: onwelgevalligheden corrigeren.
Nieuwtestamenticus Sam Janse, kenner van de deuterocanonieke bijbelboeken, werkte mee aan de revisie van de Nieuwe Bijbelvertaling. Een vraaggesprek over zijn ervaringen en over de meerwaarde van de NBV21 ten opzichte van de Nieuwe Bijbelvertaling.
Ontvang een week lang elke ochtend een nieuwe tekst mét overdenking uit de NBV21. Schrijf je nu in en ontvang vandaag je eerste email!