Schrijven met Licht
Als beroepsfotografe vindt Selina de Maeyer het belangrijk om zichzelf en God terug te laten zien in het werk, maar dit licht probeert ze ook te laten schijnen in alle andere aspecten van haar leven.
Het vertalen van de Bijbel ligt gevoelig. Dat blijkt ook nu de aankondiging van de NBV21 – de vernieuwde versie van de NBV – landelijk nieuws is. Er was veel aandacht voor het feit dat in de NBV21 de hoofdletters terugkeren in persoonlijke voornaamwoorden die verwijzen naar God. Iets waar sinds 2004 door zeer veel lezers met klem om is gevraagd. Het wordt, merken we, door velen toegejuicht. En er klinken ook tegenstemmen. ‘Een terugval in de orthodoxie’, las ik. En ‘Dit zet het beeld van God als mannelijk op een voetstuk’. Hier een korte verkenning van deze twee bezwaren.
Zomaar een citaat uit een gedicht van Huub Oosterhuis: ‘Ik zal mijn mond niet houden tegen U’. Ik zou ook uit een Taizélied kunnen citeren of een lied van Sytze de Vries. In kerkliederen – orthodox, vrijzinnig, en alles ertussenin – staan meestal eerbiedshoofdletters. Voor gebeden geldt hetzelfde.
Ook in gedichten en romans kom je zulke hoofdletters tegen. Bij Gerard Reve: ‘Dat ik nooit anders heb gezocht / dan U, dan U, dan U alleen.’ Je ziet ze in boeken van sterk uiteenlopende schrijvers: De Wandelaar, van Adriaan van Dis, Bloedboek van Dimitri Verhulst, Dorsvloer vol Confetti van Franca Treur, Kenau van Tessa de Loo, Hier Ben Ik, van Jonathan Safran Foer, en zo meer. Je ziet ze in bijvoorbeeld een boek van Harry Kuitert (Alles behalve kennis, 2011) en Religie voor Atheïsten van Alain de Botton. Als je erop gaat letten blijkt de hoofdletter in verwijswoorden naar God volop aanwezig. Tot in de ondertiteling op tv of in films aan toe.
Hoe dat kan? Omdat het een gewoonte is in het Nederlands. Een traditie die nog steeds volop bestaat. Het is een richtlijn uit het Groene Boekje van de Nederlandse Taalunie en de Schrijfwijzer van Jan Renkema. Veel schrijvers, redacteurs en vertalers – gelovig of niet – gebruiken die hoofdletter omdat het de richtlijn is.
Ja, de orthodoxie kent waarde toe aan deze hoofdletter, maar zij niet alleen. Dat bleek toen vorig jaar een groep theologen meelas met een selectie teksten uit de vernieuwde NBV. Onder degenen die hun bijval uitspraken waren niet alleen Arie van der Veer, oud-voorzitter van de EO, en Ruth Sleebos, algemeen secretaris bij de verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten. Ook van vrijzinnige kant klonk een tevreden geluid: “Goed dat het Hij wordt”, was de reactie van Joost Röselaers, bekend remonstrants predikant. Lezers uit verschillende hoeken – protestant, katholiek, orthodox, liberaal – voelen: dit past bij de Bijbel.
In alle reacties op de NBV die we sinds 2004 hebben ontvangen was het ontbreken van eerbiedshoofdletters met afstand het meest betreurde punt. Dat we ons hierop moesten bezinnen in het kader van de revisie was helder. We hebben er daarom in 2012 over gesproken met de Nederlandse Taalunie. We vroegen of de verwachting was dat deze hoofdletter op afzienbare termijn uit het Groene Boekje zou verdwijnen. Voorlopig in elk geval niet, was het antwoord. Geen verrassing dat in 2013 het Nieuwe Liedboek voor de kerken verscheen mét eerbiedshoofdletters.
In 2017 hebben we de balans opgemaakt. We hebben de voors en tegens goed tegen elkaar afgewogen, en besloten om in de NBV21 aan te sluiten bij de gangbare praktijk. De traditie van de eerbiedshoofdletters is gebleven in het Nederlands. Dat ze dan juist in de Bijbel ontbreken, is voor zéér veel Bijbellezers onbegrijpelijk en moeilijk te verteren.
Natuurlijk realiseren we ons dat niet iedereen er blij mee is. Ik las dit weekend de reactie van professor Heleen Zorgdrager. Zij stelde dat de eerbiedshoofdletter in de Bijbel (‘Hij’) het mannelijke beeld van God zou versterken. Maar, vraag ik me af, zit het probleem dan in de eerbiedshoofdletter? Of zit het probleem dat zij ziet vooral in het mannelijke beeld van God?
Ik stel die vraag omdat mede van haar hand kortgeleden een prachtig boek uitkwam – met een eerbiedshoofdletter (!) in de titel: Wondermooi, zoals U mij gemaakt hebt. Dit boek, een handreiking voor gelovige transgenders en werkers in de kerk, wil laten zien dat er bij God ruimte is. En de eerbiedshoofdletters (U, Hij) in dit boek staan het ervaren van die ruimte niet in de weg.
Dan denk ik: zou voor de Bijbel niet hetzelfde kunnen gelden? Zou je die hoofdletter, U, Hij, niet kunnen zien als signaal dat God anders is? Dat God het menselijke – ook het mannelijke – overstijgt, als een ‘Hij’ die anders is dan andere ‘hij’s’?
Zeker, de Bijbel vraagt om doordenking, om uitleg, om gesprek. Daar doen we als NBG graag aan mee – zie ook de blog hierover van Anne-Mareike Schol-Wetter – maar dat is geen reden om van de eerbiedshoofdletter af te zien.
Matthijs de Jong
Hoofd vertalen bij het Nederlands Bijbelgenootschap
Als beroepsfotografe vindt Selina de Maeyer het belangrijk om zichzelf en God terug te laten zien in het werk, maar dit licht probeert ze ook te laten schijnen in alle andere aspecten van haar leven.
Toen ik in 2004 voor de eerste keer naar Zuid-Afrika vertrok, nam ik de pas verschenen Nieuwe Bijbelvertaling mee. En net zo snel als ik gewend raakte aan de Afrikaanse taal, was ik ook thuis in de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV).
Dat er mensen met kennis van het Hebreeuws en Grieks aan de revisie van de NBV hebben gewerkt, zal niemand verbazen. Maar dat de rol van neerlandici minstens zo belangrijk was, is misschien minder bekend. In deze blog geef ik een inkijkje in het revisieproces aan de hand van het boek Handelingen.
Ontvang een week lang elke ochtend een nieuwe tekst mét overdenking uit de NBV21. Schrijf je nu in en ontvang vandaag je eerste email!