In het begin …
Genesis 1 hoort tot de meest bekende hoofdstukken uit de Bijbel. Eigenlijk moet je zeggen: Genesis 1:1-2:3. Want het scheppingsverhaal dat in Genesis 1 begint, eindigt in Genesis 2:1-3 met de heiliging van de zevende dag.
Volgens paus Franciscus bevat de NBV een pijnlijke vertaalfout. Sinds jaar en dag pleit hij voor een alternatieve vertaling van de zesde bede van het Onzevader. Het vertrouwde ‘leidt ons niet in verzoeking’ (NBG51) of ‘breng ons niet in beproeving’ (NBV) deugt volgens hem niet. God kan hier geen actieve rol in hebben. Hij is onze liefhebbende Vader. Niet God brengt ons in verleiding, maar Satan. Daarom zou je moeten vertalen: ‘laat ons niet in beproeving geraken’ of ‘laat ons niet zwichten voor beproeving’.
Dit is geen nieuw idee. De paus volgt hier een Latijnse traditie. Maar de brontekst die we vertalen is niet de (latere) Latijnse tekst, maar de (oorspronkelijke) Griekse tekst. En de betekenis van het Grieks is glashelder: ‘breng ons toch niet in beproeving’, dat wil zeggen: ‘Vader, breng ons niet in een situatie waarin we beproefd worden.’
Hierbij is het goed twee dingen te bedenken. In het Nieuwe Testament is de gedachte dat de beproeving door Satan wordt uitgevoerd: hij is de beproever, de verleider. Maar het is God die bepaalt of iemand in zo’n situatie terecht komt.
In de tweede plaats is de beproeving waar het Onzevader op doelt niet zomaar iets. Het gaat niet over de huis-tuin-en-keukenverleidingen waaraan we dagelijks zijn blootgesteld. Het betreft de ultieme beproeving, de test op leven en dood waarin onze trouw aan God tot het uiterste op de proef wordt gesteld. Het is dus een smeekbede aan God dat Hij ons niet voor de ultieme test plaatst, waarin Satan de kans grijpt ons onder vuur te nemen.
Het kan verleidelijk zijn om de zesde bede subtiel aan te passen: ‘laat ons in beproeving niet zwichten’. Toch is dat geen goed idee. In het Grieks is duidelijk dat het initiatief bij God ligt; Hij is het die iemand al dan niet in zo’n situatie plaatst. Als je dat aanpast tot ‘laat ons niet los als we in zo’n situatie terechtkomen’ verander je iets aan de tekst. Daarom laten we de vertaling op dit punt zoals ze is.
Goed, een heel verhaal over iets dat we niet hebben gewijzigd in de NBV. Is er ook nog iets dat wél is veranderd? Zeker. We hebben vier aanpassingen gedaan, waardoor – hopen we – de vertaling verbeterd is én sterker klinkt.
1. Driemaal ‘laat’
De eerste drie beden beginnen in het Grieks steeds met een vaste werkwoordsvorm. Daarmee komt er een cadans in de tekst. In de NBV is die deels weggevallen omdat het derde ‘laat’ ongenoemd blijft: de derde bede is direct aan de tweede gekoppeld. Het is echter belangrijk dat deze drieslag zichtbaar blijft. Driemaal ‘laat’ in de NBV21 versterkt de samenhang tussen de beden en versterkt de cadans van de tekst.
2. ‘Zoals ook wij vergeven’
Voor het vergeven gebruikt de NBV21 een tegenwoordige tijd. Hoe zit dit? De Griekse tekst van Matteüs 6 heeft hier een werkwoordsvorm die je als verleden tijd kúnt vertalen. Daar heeft de NBV met ‘hebben vergeven’ een punt. Maar je kunt het óók opvatten als aanduiding van terugkerend gedrag: zoals wij gewend zijn, zoals wij plegen te doen. Dát is hier de gedachte. In het Nederlands kun je dat goed uitdrukken met een gewone tegenwoordige tijd: ‘zoals ook wij vergeven’ wijst op terugkerend gedrag.
3. ‘Red ons van het kwaad’
Waar de NBV met ‘red ons uit de greep van het kwaad’ voor een omschrijvende vertaling koos, vertaalt de NBV21 compacter: red ons van het kwaad. Even is overwogen om daarbij ‘Kwaad’ – met hoofdletter dus – te schrijven: dat zou aangeven dat het staat voor een persoon, ‘hij die het kwaad zelf is’, de duivel. Maar toen we dit voorlegden aan een grote groep lezers bleek dat deze hoofdletter (voor een personificatie) door velen totaal anders werd opgevat: als een (misplaatste!) eerbiedshoofdletter voor Satan. Die oplossing werkte dus niet. Daarom kiezen we nu voor de meest open keuze, ‘red ons van het kwaad’.
4. De slotwoorden
De slotwoorden van het gebed zijn in de NBV21 in de vertaling gezet (in de NBV staan ze alleen genoemd in een voetnoot). Het slot van het Onzevader is een oude toevoeging aan de bijbeltekst, die al eeuwenlang deel uitmaakt van het gebed in het kerkelijk gebruik. Daarom heeft de NBV21 bij uitzondering deze woorden in de hoofdtekst van de vertaling opgenomen, maar wel tussen vierkante haken, om te laten zien dat het een toevoeging is.
Het Onzevader is een van de belangrijke liturgische teksten in de Bijbel. De NBV heeft daarvan een prachtige nieuwe vertaling gegeven. De NBV21 zet de puntjes op de i. Met enkele subtiele verbeteringen wint de vertaling aan kracht en cadans. Dat helpt wanneer deze woorden gebruikt worden om het gebed uit te spreken.
Dit is een ingekorte versie van het artikel over het Onzevader door Matthijs de Jong en Ilse Visser, ‘Het Onzevader in revisie. Matteüs 6:9-13 in de Nieuwe Bijbelvertaling’, dat verscheen in Met Andere Woorden 37/1 (mei 2018), 6-23. Lees hier het volledige artikel.
Het Onzevader staat samen met nog veel meer teksten in de voorpublicatie van de NBV21. Download deze hier.
Genesis 1 hoort tot de meest bekende hoofdstukken uit de Bijbel. Eigenlijk moet je zeggen: Genesis 1:1-2:3. Want het scheppingsverhaal dat in Genesis 1 begint, eindigt in Genesis 2:1-3 met de heiliging van de zevende dag.
Dat er mensen met kennis van het Hebreeuws en Grieks aan de revisie van de NBV hebben gewerkt, zal niemand verbazen. Maar dat de rol van neerlandici minstens zo belangrijk was, is misschien minder bekend. In deze blog geef ik een inkijkje in het revisieproces aan de hand van het boek Handelingen.
De hemelse God moet je niet voor een aards karretje spannen. Dat schrijft vandaag een Trouw-lezer nu de kritiek weer oplaaide over de ‘eerbiedshoofdletter’ in de NBV21. De media-aandacht voor het nieuws over de NBV21 is groot en hoofdzakelijk positief. En de naam valt goed.
Ontvang een week lang elke ochtend een nieuwe tekst mét overdenking uit de NBV21. Schrijf je nu in en ontvang vandaag je eerste email!