Interview Sam Janse

Interview met Sam Janse over zijn bijdrage aan de NBV21

Interview: Peter Siebe

Nieuwtestamenticus Sam Janse, kenner van de deuterocanonieke bijbelboeken, werkte mee aan de revisie van de Nieuwe Bijbelvertaling. Een vraaggesprek over zijn ervaringen en over de meerwaarde van de NBV21 ten opzichte van de Nieuwe Bijbelvertaling.

Sam, hoe ben je bij de revisie van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV21) betrokken geraakt?

In september 2014 stuurde ik een mail naar Jaap van Dorp. Ik had me bij het schrijven van mijn boek De Apocriefen intensief met de deuterocanonieke boeken beziggehouden en was in de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) teksten tegengekomen waarvan ik dacht: dit moet anders vertaald worden. Jaap mailde terug dat hij me wilde betrekken bij het revisieproject. Maar eerst had ik nog een stevig gesprek met hem.

Waarom stevig?

Ik stond nogal kritisch tegenover de NBV. Ik vond haar vaak te vrij en te ‘omschrijverig’. Ik bedoel dat de vertaling soms te ver wegliep van de brontekst. Ik vond de NBV ook te weinig concordant. Ik ben niet van de Amsterdamse School, waar men de bijbelse grondwoorden maximaal met dezelfde Nederlandse woorden wil overbrengen. Dat levert vaak gemankeerd taalgebruik op: Nederbreeuws en Nedergrieks.

Maar waar een bijbelschrijver in een teksteenheid aantoonbaar met een bepaald woord ‘werkt’, dat wil zeggen met dat woord een rode draad door zijn tekst weeft, moet de vertaler dat indien mogelijk zichtbaar en hoorbaar maken. Want dan kom je de motieven en dus de betekenissen van de tekst op het spoor.

 

Toch ging de samenwerking door.

Ja, er was aan beide kanten vertrouwen dat de kritiek een positief resultaat zou opleveren. En dat is ook uitgekomen. Er ligt iets goeds op tafel. De uitkomst is altijd een compromis, maar dat hoeft niet verkeerd te zijn. Een vertaling is per definitie een compromis, namelijk tussen de eisen van de brontekst en die van de ontvangende taal.

Sam Janse
Sam Janse bij de gekliefde boom. (Foto: Nelleke Janse-van Zessen)

Hoe heb je de samenwerking ervaren?

Intensief, goed, respectvol. Je werkt steeds met een team aan een bijbelboek. In zo’n team zit nog een andere exegeet, zodat je samen de Griekse tekst moet verklaren en vertalen. Dan zijn er ook twee neerlandici die de voorgestelde vertaling bekijken en met kritiek en mogelijke alternatieven komen. Ik vond in het begin dat de neerlandici wel een erg grote stem in het kapittel hadden (en een klein beetje vind ik dat nog). Maar gaandeweg heb ik ontdekt dat het ook een van de sterke kanten van de NBV oplevert: goed Nederlands, niet modieus, niet archaïsch. De tijden van 1951, toen aan het eind van het vertaalproces een theoloog werd gevraagd om nog even naar het Nederlands te kijken, zijn echt voorbij.

Nadat de neerlandici hun inbreng hadden gehad, konden de exegeten daar weer op reageren. Dat kon heel wat keren heen en weer gaan. Gelukkig is er e-mail. De laatste problemen van het betreffende bijbelboek werden vervolgens in Haarlem doorgesproken in het team.

Wel een ingewikkeld proces dus.

Ja, het was ook weleens lastig werken, omdat er binnen de teams regelmatig gewisseld werd. Soms was je net gewend aan je kompaan en dan kwam er een ander. Maar ook dat viel uiteindelijk weer mee. Matthijs de Jong was de constante factor in dit proces – leidinggevend, inspirerend en volhardend. Soms met stevig verzet tegen bepaalde voorstellen van mijn kant, maar ook met acceptatie van mijn alternatief als er goede argumenten waren.

Is je beeld van de NBV veranderd?

Ja. Ik ben duidelijker gaan zien hoe consciëntieus het project is. Er zit een consistente vertaalstrategie achter. Dat geldt voor de NBV en ook voor de NBV21. Daar kun je het mee oneens zijn, maar er wordt bij vertaalbeslissingen nooit een slag naar geslagen. Op details heb ik ook ontdekt dat ik bij de revisie van een bepaalde tekst soms dacht: zoals het nu in de NBV staat moet het niet. Ik zocht naar een alternatief en was daar dan ook niet helemaal tevreden over. Mijn collega’s dachten mee en droegen weer andere mogelijkheden aan. Geen van alle mogelijkheden was beter dan de oorspronkelijke. Dan lieten we het zoals het was in 2004. De ‘Miele-oplossing’ noemden we dat: niet ideaal, maar: ‘Er is geen betere!’

Wat zou je predikanten meegeven die klaarstaan om ook over de nieuwe versie weer te zeggen: ‘Er staat in de NBV21 wel a, maar eigenlijk staat er in de brontekst b’?

Ik zeg zoiets ook weleens als de vertaling te ver wegloopt van het origineel. Maar laat iedereen in deze discussie wel eerlijk zijn. Er staat niet a en niet b, maar c, dat is: de Hebreeuwse of Griekse tekst. Dat staat er eigenlijk. Ik hoorde pas een preek waarin de voorganger ook zoiets zei over de uitdrukking ‘door de Geest’. ‘Eigenlijk staat er in de Geest’, zei hij. Maar dat is natuurlijk onzin. Het Griekse voorzetsel en heeft vele functies en moet vertaald worden al naar gelang de context. Dat kun je in elk woordenboek en in elke grammatica vinden.

Met welke veranderingen ben je het meest gelukkig?

Wat ik al noemde: in de NBV21 wordt meer met concordantie gedaan. Zie het voorbeeld uit het boek Tobit. De levens van Tobit en Sara lopen parallel: ze zijn er allebei even ellendig aan toe. De schrijver maakt dat duidelijk door hun dezelfde woorden in de mond te leggen. Dat moet in de vertaling dan ook klinken. Dat is in de NBV21 goed gelukt. Ik denk dat ik met name op dit punt mijn inbreng in het proces heb gehad.

Waar we ook op hebben gelet: dat de directe rede in de tekst goed tot zijn recht komt. De NBV kiest soms te snel voor een weergave met een indirecte rede. Wij keken steeds goed naar de functie van de directe rede. Als iemands woorden een enorme lading hebben, moet je ze niet met een indirecte rede vertalen. 

En natuurlijk de woordspeling uit het verhaal van Susanna, uit de toevoegingen aan Daniël. Daar zitten twee woordgrappen met bomen in. Die kwamen in de oude NBV niet goed uit de verf. Dat is nu beter gelukt. Ik hoop dat ze er bij de volgende revisie in mogen blijven – want bij een revisie weet je het maar nooit.

 

Dr. Sam Janse is nieuwtestamenticus en emeritus predikant te Ameide. Hij werkte mee aan de NBV21.

Meer nieuws

NBV21 in de media

De hemelse God moet je niet voor een aards karretje spannen. Dat schrijft vandaag een Trouw-lezer nu de kritiek weer oplaaide over de ‘eerbiedshoofdletter’ in de NBV21. De media-aandacht voor het nieuws over de NBV21 is groot en hoofdzakelijk positief. En de naam valt goed.

Lees meer >
kees de blois

In gesprek met Kees de Blois

Vertaalwetenschapper Kees de Blois werkte tientallen jaren in coördinerende rollen voor bijbelvertaalprojecten in Afrika en Latijns-Amerika. In 1994 werd hij vertaalconsulent voor de regio Europa/Midden-Oosten. In die functie raakte hij nauw betrokken bij de totstandkoming van de NBV en was hij enkele jaren lid van het NBV-coördinatieteam. De redactie blikt met hem terug op zijn werk aan de NBV en samen kijken we vooruit naar de NBV21.

Lees meer >
jaap van dorp

Interview Jaap van Dorp

Jaap van Dorp is sinds 1991 werkzaam als oudtestamenticus bij het NBG. Hij werkte mee aan de revisie van de Groot Nieuws Bijbel (1995), de Nieuwe Bijbelvertaling (2004), de Bijbel in Gewone Taal (2014) en de NBV21 (2021). Een terugblik.

Lees meer >

Ontdek de NBV21

Ontvang een week lang elke ochtend een nieuwe tekst mét overdenking uit de NBV21. Schrijf je nu in en ontvang vandaag je eerste email!

ontdek nbv21 journey iphone