Denken over vertalen: blog over de revisie van de NBV.
In discussies over bijbelvertalen valt al snel het woord concordantie. Concordantie betekent dat woorden uit de brontekst in de vertaling zoveel mogelijk met hetzelfde woord worden weergegeven. Bijvoorbeeld: het Hebreeuwse woord lev wordt dan steeds met ‘hart’ vertaald.
Veel mensen beschouwen dit als een goed uitgangspunt. Het klinkt goed: lekker consistent. Toch zit er een addertje onder het gras. Het probleem is dat taal zo niet werkt. Probeer de zinnen hieronder maar eens in het Engels te vertalen.
Het blad viel van de boom.
Op het blad staan vier koppen.
In dat blad staat alleen maar onzin.
Deze tafel heeft een nieuw blad nodig.
Het blad van de zaag is kapot.
Zij kan van het blad zingen.
Hij neemt geen blad voor de mond.
Voor een Engelse vertaling heb je vijf verschillende woorden en twee verschillende uitdrukkingen voor ‘blad’ nodig:
Het blad viel van de boom. -> leaf
Op het blad staan vier koppen. -> tray
In dat blad staat alleen maar onzin. -> magazine
Deze tafel heeft een nieuw blad nodig. -> top
Het blad van de zaag is kapot. -> blade
Zij kan van het blad zingen. -> She sings at sight
Hij neemt geen blad voor de mond. -> he does not mince his words
Talen verschillen. Ze passen niet één-op-één op elkaar. Als je woorden uit het Hebreeuws of Grieks steeds met hetzelfde Nederlandse woord wilt vertalen kan dat leiden tot rare vertalingen. Het is interessant dat de Statenvertalers dit al wisten en toepasten. Het Hebreeuwse woord lev betekent inderdaad vaak ‘hart’. Maar in Spreuken 17:16 kozen de Statenvertalers voor iets anders:
“Waarom toch zou in de hand van de zot het koopgeld zijn, om wijsheid te kopen, daar hij toch geen verstand heeft?”
De Statenvertalers wisten dat je lev lang niet altijd met ‘hart’ moet vertalen. Want dit Hebreeuwse woord duidt bijvoorbeeld ook je ‘mind’ aan, je verstand, je overweging. Je zou denken dat dit inzicht inmiddels door iedereen wordt toegepast, maar dat is niet het geval. Je komt in vertalingen allerlei voorbeelden van verwarrende concordantie tegen. Neem de Naardense Bijbel. Dáár lees je in Spreuken 17:16 het volgende:
Waarvoor toch een koopprijs
in de hand van een domkop?-
om wijsheid te verwerven
terwijl hij geen hart heeft?
Hier zie je dat een mooi principe (concordantie) kan leiden tot een verkeerde betekenis. Iets vergelijkbaars zien we in Psalm 69:2 in de Herziene Statenvertaling. Daar is het Hebreeuwse woord nèfèsj, dat traditioneel vaak met ‘ziel’ wordt vertaald, inderdaad zo weergegeven:
Verlos mij, o God,
want het water is tot aan de ziel gekomen.
Maar wat staat hier nou eigenlijk? Terwijl er in het Hebreeuws een mooie, begrijpelijke uitdrukking staat, worden er hier Nederlandse woorden bij elkaar geplaatst die qua betekenis niet bij elkaar passen. Want tot waar zou het water staan om tot aan de ziel te komen? Daar is geen zinvol antwoord op te geven. Je begrijpt dit pas als je weet dat nèfèsj ook ‘adem’ betekent, en ‘keel’, ‘lust’, ‘levensadem’, ‘leven’. Dán is het helder: het water staat de psalmist tot de keel, het dreigt hem de adem te ontnemen. De Nederlandse uitdrukking hiervoor is bekend: het water staat aan je lippen. Dat is wat we hier in de NBV lezen.
Red mij, God,
het water staat aan mijn lippen.
Dit is een betekenisvolle zin. Bovendien klinkt er nu een figuurlijke lading in mee, net als in het Hebreeuws. Want het water is in deze psalm (zoals veel vaker) een beeld voor de levensbedreigende situatie van waaruit de psalmdichter tot God roept.
Een conclusie is dus: een teveel aan concordantie kan leiden tot ernstig verlies aan betekenis in de vertaling. Maar, kan een vertaling ook te weinig concordantie bevatten? Lees daarvoor de blog over te weinig concordantie.
Deze blog is geschreven door Matthijs de Jong, Hoofd Vertalen bij het Nederlands Bijbelgenootschap. De blog is eerder gepubliceerd op zaterdag 3 maart 2018.