In deze blog bespreken we vier vernieuwingen in de NBV21-vertaling van het lijdensverhaal. Twee van de voorbeelden zie je terug in alle vier de evangeliën. De twee andere voorbeelden gaan over één of twee evangeliën.
Door Cor Hoogerwerf
1. ‘Verraden’ wordt ‘uitleveren’
Judas staat bekend als de verrader van Jezus. In Lucas 6:16 wordt Judas inderdaad zo aangeduid in het Grieks en in alle vertalingen. Ook in de NBV21.
Maar de Nieuwe Bijbelvertaling heeft het bij Judas soms ook over ‘verraden’ als de brontekst een woord gebruikt dat meestal met ‘uitleveren’ wordt vertaald (bijvoorbeeld Matteüs 10:4 en 20:18-19a). Dit trekken we gelijk: in de NBV21 staat er steeds ‘uitleveren’. Dus bijvoorbeeld ‘een van jullie zal mij verraden’ (Johannes 13:21) wordt ‘een van jullie zal Mij uitleveren’.
Waarom is dat beter? Judas’ daden zijn een onderdeel van langere keten van uitlevering: Judas levert Jezus uit aan de Joodse autoriteiten, die leveren Hem uit aan Pilatus, waarop Pilatus Hem uitlevert aan de soldaten om Hem te kruisigen. Zo gebeurt in het verhaal wat Jezus heeft voorzegd: de Mensenzoon zal worden uitgeleverd. Dit loopt als een rode draad door het lijdensverhaal. En het is belangrijk dat je dit in de vertaling terugziet.
In het evangelie volgens Lucas spreekt de NBV in deze gevallen al steeds van ‘uitleveren’. Nu gebeurt dat dus ook in Matteüs, Marcus en Johannes. Zo is de NBV21 een hechter bouwwerk geworden.
2. ‘Prefect ‘ wordt ‘gouverneur’
De Nieuwe Bijbelvertaling vertaalt termen uit de cultuur van toen met ‘vreemde’ woorden in het Nederlands. Daarom vind je in de NBV termen als ‘prefect’, ‘procurator’, ‘pretorium’ en ‘quadrans’. Zulke termen herinneren ons eraan dat de wereld van toen anders was dan de onze. In de woordenlijst achter in de Bijbel worden deze termen uitgelegd.
In het lijdensverhaal volgens Matteüs wordt een aantal keer de titel ‘prefect’ voor Pilatus gebruikt (Matteüs 27:2, 11, 14, 15, 21, 27; 28:14). Maar in de NBV21 hebben we ‘prefect’ vervangen door ‘gouverneur’. Want in het Grieks staat niet de specifieke term voor ‘prefect’, maar een algemener woord. Daarom kiezen we in het Nederlands ook een algemener woord: gouverneur.
3. ‘Zure wijn’ wordt ‘water met azijn’
Aan het kruis krijgt Jezus in de Nieuwe Bijbelvertaling in alle vier de evangeliën ‘zure wijn’ aangeboden (Matteüs 27:48; Marcus 15:36; Lucas 23:36; Johannes 19:29). Dat klinkt vies, alsof het om bedorven wijn gaat. Het zal veel mensen ontgaan dat het hier gaat om een dorstlessende drank die gedronken werd door soldaten en het gewone volk. Die drank bestond uit water gemengd met een soort azijn om het water fris en langer goed te houden (vergelijkbaar met limoenwater of water met citroensap).
Het was zeker geen wijn. Dat wilden we beter overbrengen. Daarom heeft de NBV21 ‘water met azijn’.
4. Vrouwen die voor Jezus zorgen worden vrouwen die Jezus dienen
Aan het einde van het lijdensverhaal van Matteüs en Marcus komt een groep vrouwen voor. In de Nieuwe Bijbelvertaling staat dat ze voor Jezus hadden gezorgd (Matteüs 27:55-56; Marcus 15:40-41). Maar hetzelfde woord krijgt elders vaak de vertaling ‘dienen’. Sommige lezers vroegen zich af: ‘Waarom is het dan speciaal bij vrouwen “zorgen voor”?’ In de NBV21 kiezen we daarom voor ‘dienen’.
Matteüs 27:55-56 in de NBV21:
Vele vrouwen, die Jezus vanuit Galilea gevolgd waren om Hem te dienen, stonden van een afstand toe te kijken. Onder hen bevonden zich Maria van Magdala, Maria, de moeder van Jakobus en Josef, en de moeder van de zonen van Zebedeüs.
Cor Hoogerwerf is specialist vertalen en exegese Nieuwe Testament bij het Nederlands Bijbelgenootschap en was lid van het vertaalteam van de NBV21.
Meer lezen over de NBV21?