Nieuwe adem en lef
Ik hou van de archetypische verhalen in de eerste boeken van de Bijbel. De verhalen over de problematische relatie tussen twee broers, over het wegtrekken uit je land en het inkeren tot jezelf om jezelf te ontdekken, over de jongste zijn in de rij – en toch uitverkoren; over dromen, maar evenzeer over alles wat ons verslaafd maakt en knecht en de moeizame weg naar bevrijding, waar je keer op keer voor moet kiezen. Allemaal dynamieken die ik ontmoet in mijn leven en contacten. Een herkenbaarheid die me nieuwe adem geeft.
Ik hou van de psalmen met hun poëtische kracht om uit te zeggen wat zo moeilijk te verwoorden valt, en die richting geven aan mijn leven:
Leg je leven in de handen van de HEER,
vertrouw op Hem, Hij zal dit voor je doen.
Psalm 37:5
U gaf hem wat zijn hart verlangde.
Psalm 20:5
HEER, U kent mij, U doorgrondt mij.
Psalm 139:1
Zou ik lijden onder de kwaden,
dan nog bleef ik bidden.
Psalm 141:5
Ik hou van de profeten met hun directe stijl, die sterke mannen, die opkomen voor recht en gerechtigheid, voor de weerloze, de kleine, de arme. Ze schrikken er niet voor terug grote mensen te confronteren met hun daden, te zeggen waar het op aankomt. Ze inspireren me om altijd opnieuw in de waarheid te gaan staan en te durven spreken, te kiezen voor het goede.