Door Rikko Voorberg, theoloog, theatermaker, schrijver, columnist.
Hoe relaxed is het om zelf een auto te hebben die je van A naar B brengt wanneer je dat wilt, in relatief comfort. Of een eigen huis of appartement, waar je kunt rommelen in je eigen keuken en niemand klaagt als je de spullen laat slingeren. Je eigen fiets, je eigen bankrekening; zelf hebben, zelf regelen, zelf bepalen – het voelt volwassen en vrij.
(On-)afhankelijk
Toch overvalt je soms even het heimwee naar de tijd dat je geen auto had en toch op vakantie wilde. De nare momenten vergeet je, maar de mooie liftavonturen gaan nooit meer echt weg uit je geheugen. Het was toch fantastisch met je duim omhoog naar – ik noem maar wat – Porto te reizen in vrachtwagens, luxe auto’s, gezinsbakken en rammelkarren. Je had geen idee wanneer je zou aankomen en wie de eigen privéruimte zomaar met jou zou gaan delen. Dat is een vorm van luxe die of onvolwassen is of misschien wel juist voorbij volwassenheid gaat.
Er is iets geks met afhankelijkheid. Als je afhankelijk bent, wil je zo snel mogelijk uit die situatie ontsnappen. Als je het niet meer bent, denk je met weemoed terug aan wat er allemaal kan voortkomen uit afhankelijkheid. Je weet dat je romantiseert, maar daaronder huist een verlangen. We regelen de dingen graag goed en zijn er trots op als dat lukt. Maar wat als het niet lukt? Wat als alle zekerheden als een kaartenhuis in elkaar storten? Wat heb je dan nog aan een wereld waarin iedereen zijn eigen schaapjes op het droge moet zien te krijgen?
‘Het koninkrijk van God heeft jullie bereikt’
Als Jezus van Nazaret zijn eerste volgelingen op pad stuurt om aan iedereen te vertellen dat de nieuwe wereld op het punt staat te beginnen, dat koninkrijk waar ze als vrome Joden al zolang naar uitkeken, dan geeft Hij specifieke instructies die passen bij een leven alsof die nieuwe wereld al begonnen is. Dit staat er in Lucas 10:4-9:
‘Neem geen geldbuidel, geen reistas en geen sandalen mee, en groet onderweg niemand. Als jullie een huis binnengaan, zeg dan eerst: “Vrede voor dit huis!” Als er iemand woont die de vrede liefheeft, zal jullie vrede met hem zijn; zo niet, dan zal die vrede bij je terugkeren. Blijf in dat huis, en eet en drink wat men je aanbiedt, want de arbeider is zijn loon waard. Ga niet van het ene huis naar het andere. En als jullie een stad binnengaan en daar welkom zijn, eet dan wat je wordt voorgezet, genees de zieken die er zijn en zeg tegen hen: “Het koninkrijk van God heeft jullie bereikt.”’
Heb je het verhaal van Stella al gelezen ? Ze vertelt hoe de Bijbel haar kracht geeft om te delen. De argeloze lezer ziet zomaar een rijke vrouw voor zich die vanuit haar overvloed de armen verzorgt. Niets is minder waar. Stella deelde haar armoede op Facebook. Zij leerde haar eenzaamheid, schaamte, schuld en de foto’s van haar voedselbankpakketten delen.
De leerlingen van Jezus kwamen langs met lege handen, Stella liet zich kennen als een vrouw met schulden. Delen verandert de wereld. Onze wereld, doordat de leerlingen Jezus’ boodschap van Gods koninkrijk niet voor zich hielden. En Stella’s wereld, door de reacties van degenen die haar leerden kennen.
De weg van de lege handen
Stella’s weg was geen studentenreisje met de duim omhoog door Europa, varend op de luxe van een vangnet waar je altijd en overal een beroep op kunt doen. Het was een bittere realiteit, die de bijbellezer anno nu iets te zeggen heeft. Wie nog gelooft dat je alleen je overvloed moet delen met de armen, mag nog wel even verder lezen. Je armoede, je lege handen, je schuld, je pijn en het verdriet delen – daar zit evangelie in. We vrezen voor exhibitionisme of slachtoffergedrag, maar er is een veel groter risico: dat we het vertrouwen verliezen dat er een God is die in onze leegte voor ons zorgt. De weg van het christendom is de weg van de Gekruisigde, de lege handen en het licht dat te vinden is in het duister.
Het zijn steeds weer de outsiders als David, Ruth en Paulus, de kamerling uit Ethiopië en de Samaritaanse vrouw zonder naam, die ons de weg mogen wijzen. Het is Stella, die, nadat ze alles heeft verloren, ons weer nieuwe ogen geeft om de Bijbel te lezen.