Ik bleef wel geloven, maar met pijn in het hart
‘Ik moet denken aan die Bijbelse uitspraak: Zoek eerst het Koninkrijk van God en al het andere zal u gegeven worden. Want God geeft het. Hij weet al wat we nodig hebben. Hij kent je hart en weet wat daarin leeft. Hij kent je behoeftes, je zwakten. Maar wij moeten eerst naar Hem gaan, God op de eerste plaats zetten in alles. Ik doe dat ook niet altijd. Vaak lukt het niet. Op een gegeven moment was ik zo ver weg dat ik niet meer naar de mis ging. Maar ik bleef wél geloven, maar met pijn in mijn hart. Ik voelde me zo onwaardig. En ik sprak toen ook met Hem. Ik wist dat Hij er was en zei: “Het spijt me God.” Toen was ik ook bij Hem.’
Boodschap van hoop
Ergens rond 2012 is er een fundamentele coup de foudre geweest, een soort blikseminslag. Het was nacht. Een vriend had gevraagd of ik mee wilde naar een kruisweg. Dat was op een heuvel. Waar veel van zulke kruiswegen kronkelen of in een cirkel gaan, wandel je daar recht tussen de staties van het kruis door. Ik had het gevoel dat ik door heel mijn leven aan het wandelen was. Dat pakte mij dusdanig hard, dat ik daar waar Jezus valt en opstaat, moest wenen. Op het eindpunt, bij de kruisiging en de verrijzenis, besefte ik dat ik zo dor was. Zo komt het niet goed met mij, dacht ik. Maar het mooie van het geloof is, dat Jezus die boodschap geeft van hoop, van liefde, van verrijzenis – dat de dood nooit het laatste woord heeft! Dat is voor mij het keerpunt geweest. Ik besefte dat ik op het eindpunt stond, maar ik leefde nog en kon opnieuw beginnen. Dat is wat de Bijbel voor mij ook uitdraagt, die boodschap van leven, van hoop, van overgave, van vreugde en de kans om altijd opnieuw te beginnen, zelfs als je denkt dat het helemaal verloren is. Zolang je leeft kan alles. Voor mij is dat wedergeboorte.’